SINDS 1976
Wie fraude pleegt (of daartoe een poging doet) met zijn verzekeringen, kan daar nog een tijd last van houden. De fraudepleger kan namelijk worden opgenomen in een register dat ook andere financieel dienstverleners kunnen raadplegen. Dat kan problemen geven bij het afsluiten van toekomstige verzekeringen.
Fraude met verzekeringen komt heel vaak voor: in 2019 ontdekten verzekeraars 22.376 fraudezaken en ze voorkwamen daarmee 96 miljoen euro aan onterechte uitkeringen.
Wanneer verzekeraars fraude vaststellen, zullen zij vanzelfsprekend maatregelen nemen. De verzekeraar zal in veel gevallen de polis beëindigen, de onderzoekskosten in rekening brengen bij de fraudeur en in sommige gevallen ook aangifte doen bij de politie.
Daarnaast zal de fraudeur worden opgenomen in het interne waarschuwingssysteem of incidentenregister van de verzekeraar. Je komt dan als het ware op een zwarte lijst te staan en zal gedurende de duur van de registratie (vaak enkele jaren) geen verzekering meer bij het concern kunnen afsluiten.
Verzekeraars kunnen echter ook besluiten om informatie over de fraudeur op te nemen in het sectorale waarschuwingssysteem. Dat bekent dat álle verzekeraars er in kunnen kijken. Het wordt dan bijna onmogelijk om, gedurende een termijn van maximaal acht jaar, nog een polis af te sluiten. Omdat het zo’n zwaar middel is, zal de verzekeraar wel zeker moeten weten dat de verzekerde opzettelijk handelde.
In een recent voorbeeld probeerde een man zijn inboedelverzekeraar op te lichten door een schade te claimen die al was ontstaan vóórdat de inboedelverzekering was afgesloten. Het ging om een dure parka waar tweesecondelijm op was gemorst. De verzekeraar verzocht om foto’s van de beschadigde jas en uit de data van die foto kon worden opgemaakt dat de schade al in mei was ontstaan, terwijl de verzekering pas in juni was afgesloten. De man had ook nog getracht om de data te manipuleren, het was een bewuste actie.
De man geeft na onderzoek uiteindelijk toe dat hij heeft gefraudeerd. Daarop besluit de verzekeraar de gegevens van de klant vier jaar lang in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR) op te nemen. Ook moet de klant de onderzoekskosten betalen, een bedrag van € 1.169. De man tracht zich nog te verweren bij klachteninstituut Kifid, maar krijgt daar nul op het rekest. Het klachteninstituut vindt de registratie van vier jaar terecht, maar matigt wel de kosten van het onderzoek met € 50.
Ook klanten die bij de aanvraag van een verzekering niet de volledige waarheid vertellen, kunnen in een van de registers terechtkomen. Twijfel je over het invullen van een gezondheids- of andere verklaring, raadpleeg dan een adviseur van Dijkstra de Boer. Datzelfde geldt voor het indienen van een schade, onze adviseurs kunnen je vertellen of er dekking bestaat.
Hoe dan ook, wij laten u gewoon bepalen hoe en wanneer wij u te woord kunnen staan!