Wat zijn de belangrijkste punten van Prinsjesdag 2020?

Vermogensbelasting lager

Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of  € 100.000 met een fiscaal partner) betalen vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. Als u het vergelijkt: het vrijgestelde vermogen in 2020 is € 30.846. Dit betekent dus een aardige verhoging van de vrijstelling. Het tarief van de belasting gaat wel iets omhoog van 30% naar 31%. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor, volgens het kabinet, met bijna 1 miljoen mensen.

Een eigen woning kopen

De woningmarkt wordt voor starters steeds lastiger. Het kabinet wil daarom de toegang voor starters verbeteren. Vanaf 2021 betalen huizenkopers van 18 tot 35 jaar die voor het eerst een woning kopen geen overdrachtsbelasting meer.  Dit scheelt een starter 2% over de waarde van de woning en dat betekent dat ze minder eigen geld hoeven in te brengen. Omgekeerd is het voor beleggers die een woning kopen, maar er zelf niet in gaan wonen duurder geworden, omdat zij meer overdrachtsbelasting moeten betalen. Voor hen geldt een tarief van 8%. Het maximale tarief waar de hypotheekrente tegen mag worden afgetrokken daalt van 46% naar 43%. Ook het eigenwoningforfait daalt in 2021 naar 0,5%.

Als u een woning huurt

Als u een huurder bent die huur betaalt die te hoog is voor uw inkomen, kunt u vanaf 2021 één keer een huurverlaging aanvragen. Hierbij gaat het om huurders die te weinig verdienen, maar een hoge huur betalen Dit kan u straks zo’n € 40,- per maand schelen.

Werknemers en zelfstandigen gaan er op vooruit

De arbeidskorting  en ook de algemene heffingskorting worden verhoogd en daarmee gaan zowel weknemers als zelfstandigen hiervan profiteren.  Bovendien daalt in 2021 het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35% naar 37,10%. Dit tarief geldt voor inkomens tot € 68.507. Het kabinet verlaagt dit tarief tussen 2022 en 2024 verder, tot uiteindelijk 37,03%. Tot slot wordt ook de ouderenkorting verhoogd met € 55,-.

Zelfstandigenaftrek wordt verlaagd

De belangrijkste aftrekpost voor zzp’ers: de zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd. Het kabinet bouwt het sneller en sterker af. De aftrek wordt vanaf volgend jaar jaarlijks verlaagd totdat deze in 2036 uitkomt op € 3.250. Oorspronkelijk was dit € 5.000 in 2028.  Het kabinet wil de verschillen in belastingdruk tussen de werknemers en zelfstandigen verminderen. Het eerste stapje is relatief klein: van € 7.030 in 2020 naar € 6.670 in 2021. Doordat ook zelfstandigen profiteren van de verhoging van de arbeidskorting en de wijziging van de inkomstenbelasting, valt het negatieve effect onderaan de streep mee.

Inkomensafhankelijke Combinatiekorting wordt verlaagd

Omdat het aantal IACK-gerechtigden is toegenomen, wordt de maximale Inkomensafhankelijke Combinatiekorting voor werkende ouders met kinderen onder de 12 jaar in 2021 verlaagd met € 113,- per jaar. Daarnaast wordt er meer geld uitgetrokken voor het kindgebonden budget.

De AOW-leeftijd in 2021

In 2021 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Na 2021 stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks tot 67 jaar in 2024.

De zorgpremies stijgen

Pas in november maken de zorgaanbieders hun premies bekend, maar naar verwachting stijgen deze met iets meer dan € 60,- per jaar. Het eigen risico blijft gelijk en ook de zorgtoeslag stijgt.